Als je je niet zo goed voelt, is het verleidelijk om dingen uit te stellen en niets te doen. Op de korte termijn levert dat iets op: je hoeft er immers niet meer over na te denken en niet in actie te komen.

Op de lange termijn zul je jezelf er echter alleen maar mee in de weg zitten, want taken en wensen verdwijnen nou eenmaal niet op magische wijze van je to do list. Je kunt er onrustig van worden en je schuldig of onzeker voelen doordat het niet lukt, dus dan heb je er eigenlijk nog een probleem bij gecreëerd.

Het stellen van doelen helpt daarbij omdat je dan richt op een actie in plaats van op je stemming en dat gaat vermoeidheid tegen. Bijvoorbeeld: als je je al wat hangerig, somber of lusteloos voelt en je richt je aandacht er de hele tijd op hoe vervelend dat is, word je vermoeider.

Als je je aandacht richt op iets wat je kunt doen, word je minder moe en wordt het gemakkelijker de taak te volbrengen. Mensen die ene doel hebben behaald, voelen zich achteraf vaak beter over zichzelf, ook al is het maar een klein doel geweest.