Veel mensen schrikken op maandagochtend als ze na een los weekend ineens 1 tot 1,5 kilo zwaarder zijn. Dat gevoel van falen kan verlammend zijn. Maar voordat je de handdoek in de ringt gooit, laten we even een stap terug doen: dit gewicht is vrijwel nooit vet! De verklaring hiervoor ligt in de wereld van glycogeen.
Wat is glycogeen?
Glycogeen is de manier waarop je lichaam koolhydraten opslaat. De koolhydraten die je eet – denk aan brood, rijst, pasta, fruit of zelfs die lekkere biertjes – worden deels direct gebruikt als energie. Het deel dat je niet meteen nodig hebt, wordt opgeslagen als glycogeen in je spieren en lever. Zie het als een soort energiereserve voor later.
Het interessante aan glycogeen is dat elke gram glycogeen zich bindt aan ongeveer drie gram vocht. Hierdoor, als je lichaam glycogeen opslaat, houd je automatisch wat extra vocht vast. En dat zie je natuurlijk terug op de weegschaal als je na een weekend met extra koolhydraten en misschien wat alcohol weer op de weegschaal staat.
Waarom verbrandt je lichaam eerst glycogeen en niet meteen vet?
Wanneer je begint met afvallen en minder energie binnenkrijgt dan je verbruikt, moet je lichaam een andere bron van brandstof aanspreken. Het kiest dan altijd voor de makkelijkste weg: glycogeen. Je lichaam heeft hier een beperkte voorraad van – zo’n 400 tot 500 gram – maar dit is snel toegankelijk voor energie. Zodra je die voorraad aanspreekt, verlies je ook het bijbehorende vocht. Daarom zie je vaak snel gewicht verliezen in de eerste week van een dieet: je glycogeenvoorraad raakt leeg én je verliest vocht.
Pas als je glycogeenvoorraad grotendeels is uitgeput, schakelt je lichaam over op vetverbranding. Vet is een trager, maar veel groter energie-opslagmiddel. Dit betekent dat echte vetverbranding meestal pas begint na een paar dagen consistent in een energietekort te zitten. Het is een proces dat zijn tijd nodig heeft.
Waarom schommelt je gewicht?
Als je aan het afvallen bent, verlies je in het begin vooral glycogeen en vocht. Dit is de reden waarom je in week één vaak een indrukwekkende daling op de weegschaal ziet. Maar zodra je weer wat meer koolhydraten gaat eten, begint je lichaam automatisch je glycogeenvoorraad aan te vullen – inclusief vocht. En zo kan je gewicht tijdelijk weer omhoog schieten.
Dit betekent niet dat je lichaam ineens vet opslaat. Nee, het is gewoon een natuurlijke reactie: je voorraad wordt aangevuld en dat geeft een tijdelijk gewichtstoename. Geef het een paar dagen, ga weer terug in je reguliere ritme, en je lichaam regelt het verder vanzelf.
Wat kun je hieruit meenemen?
- Gewichtstoename na een weekend is meestal geen vettoename.
- Koolhydraten worden opgeslagen als glycogeen, en glycogeen houdt vocht vast.
- Tijdens het afvallen verbrand je eerst glycogeen, daarna pas vet.
- De weegschaal meet álles: vet, vocht, spiermassa, voedsel in je maag. Laat je niet gek maken door één getal.
Tot Slot
Je lichaam is superslim. Het maakt altijd de snelste brandstof als eerste. Daarom is het normaal dat je in het begin snel afvalt en daarna trager. En ja, dit is ook de reden waarom je na een weekend weer zwaarder kunt zijn.
Focus op je proces, niet alleen op het getal op de weegschaal. Vetverlies draait om consistentie, niet om perfectie. Blijf in beweging, eet in lijn met je doelen en vertrouw op de lange termijn. Bij De Loods Nieuwegein helpen we je graag met het ontwikkelen van duurzame gewoontes, zodat jij de beste versie van jezelf kunt worden!
Wil jij ook écht resultaat boeken en jezelf transformerende? Kom langs voor een gratis proefles of doe mee aan ons 12 weken FIT project. Let’s go!